top of page

Uitdaging bieden tijdens taal en spelling

Ook op het gebied van taal hebben de leerlingen recht op uitdaging. Onderstaand de richtlijnen voor het bieden van uitdaging tijdens de lessen taal.

  • Introductie van een nieuw thema. Aan het begin van een nieuw thema, wordt meestal een inleiding gedaan. Soms is dit aan de hand van een verhaal. Dit verhaal zorgt ervoor dat de woordenschat rondom dit thema actief wordt. Ook biedt het aanknopingspunten tot opdrachten die uitgevoerd kunnen worden.

  • Verkorte instructie. Geef deze leerlingen een korte instructie, zodat ze weten wat ze moeten doen en wat van hen verwacht wordt.

  • Belangrijke leerstappen in de leerlijn. Er wordt rekening gehouden met de leerlijnen spreken en luisteren. Als dit aan bod komt doen deze leerlingen gewoon met de groep mee.

  • Ontdek- en onderzoeksactiviteiten laten uitvoeren. 

  • Verrijkingsstof die wezenlijk moeilijker. Biedt opdrachten aan die daadwerkelijk boven het niveau van de leerlingen ligt. 

  • Betekenisvolle taalactiviteiten. Opdrachten waarbij de leerlingen dingen moeten doen of toepassen zijn zinvol.

  • Taalactiviteiten die richten op zelfreflectie. 

Bij taal is compacten alleen niet voldoende. Het is een gedeeltelijke oplossing, maar de leerlingen hebben vervolgens ook behoefte aan verrijking. Verrijken is meer dan verdiepen en verbreden. Essentieel is om eisen en daarmee doelen te stellen aan de verrijkingsopdrachten. Voor de leerling moet duidelijk zijn dat de aangeboden verrijking niet vrijwillig is, maar dat er iets van hen wordt verwacht. 

Criteria verdiepingsmateriaal voor taal

  • Het biedt interessante en uitdagende opdrachten.

  • Het bevat goede afwisseling in werkvormen en inhoud.

  • Het is constructief van aard.

  • Het beval open problemen om op te lossen.

  • Het maakt verschillende oplossingswegen mogelijk.

  • Het stimuleert een onderzoekende houding.

  • Het lokt interactie uit.

  • Het vraag om reflectievaardigheden. 

Instructie

Zoals al eerder aangegeven is het van belang dat ook deze leerlingen instructie en begeleiding krijgen, zowel op het product als op het proces. De leerlingen krijgen dan ook het gevoel dat het werk dat verricht wordt serieus wordt genomen. Onderstaand wat mogelijkheden die gehanteerd kunnen worden bij het geven van instructie.

  • Het voeren van gesprekken. Ga het gesprek aan met deze leerlingen. Dit is van belang voor het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden.

  • Vragen stellen. Stel de leerlingen vragen en vraag om uitleg. Vertel eens hoe ben je hier op gekomen? Leg mij dat eens uit.

  • Feedback geven. Hoe kom je aan de oplossing? Waarom pak je dat zo aan?

  • Zelf na laten kijken. Welke opdrachten gingen goed? Welke opdrachten gingen minder goed. Hoe kan dit (Driestar onderwijsadvies, z.d.)?

 

Verwerking

In de handleiding van de methode wordt per les beschreven welke opdrachten gelden voor het compacten. Deze opdrachten moeten de (hoog)begaafde leerlingen maken, daarnaast kunnen opdrachten uit het plusboek aangeboden worden. 

 

Spelling

Bij spelling is ook de mogelijkheid om voorafgaand aan een nieuw blok het controle dictee af te nemen. Blijkt dat de leerling hier weinig tot geen fouten in maakt, kan er uitdaging geboden worden. Dit door alleen de compactingsopdrachten aan te bieden en daarnaast pluswerk spelling. Blijkt dat de leerling toch nog veel fouten maakt of fouten maakt in één en dezelfde categorie is het van belang dat deze categorieën aan bod komen. Komt er een geheel nieuwe categorie aan bod dan moet de leerling meedoen met de instructie. Bekijk per les welke opdrachten belangrijk zijn om te maken. Kies hierbij sowieso de opdracht die de leerlingen uitdaging biedt (De Groeiacademie toptalent, 2013). 

Taal.jpg
multiple-choice-spelling-test.jpg
bottom of page