top of page

Profielen hoogbegaafdheid

Betts en Neihart (1988, zoals beschreven in SLO, z.d.b) hebben zes verschillende profielen van hoogbegaafde leerlingen opgesteld. Deze profielen kunnen helpen om inzicht te krijgen in de begaafde leerlingen die bij u in de klas zitten. Geen enkele leerling heeft de kenmerken die binnen één profiel passen, dus er zullen meerdere profielen zijn die bij de hoogbegaafde leerling past.

Zelfsturende autonome leerling

Deze leerlingen weten wat zij kunnen doen en laten dit ook zien. Deze leerlingen hebben goed zelf inzicht en goede sociale vaardigheden. Daarnaast kunnen deze leerlingen zelfstandig werken, stellen eigen doelen op, komen op voor zichzelf en zijn bereid tot het nemen van risico's. Deze leerlingen willen zichzelf ontwikkelen. Zij hebben behoefte aan: ondersteuning, stimulans om nieuwe richtingen te kiezen, feedback over successen en aanmoediging om risico te nemen.

Aangepast succesvolle leerling

Deze leerlingen leveren goede prestaties, maar presteren niet naar eigen kunnen. Bij deze leerlingen komt onderpresteren vaak voor. Deze leerlingen zijn perfectionistisch ingesteld en willen graag succesvol blijven. Zij kunnen hierdoor risico's vermijden en zich afhankelijk opstellen naar volwassenen. Ook zijn deze leerlingen erg gevoelig en gericht op het voldoen aan verwachtingen van anderen. Als deze leerlingen niet worden gestimuleerd om te gaan met uitdagingen boven hun eigen kunnen, bestaat het risico op het ontwikkelen van faalangst en onderduikend gedrag. Deze leerlingen hebben behoefte aan: uitdaging, zwakke kanten leren inzien, risico's leren nemen, growth mindset ontwikkelen en zelfkennis verbeteren. 

Onderduikende leerling

Deze leerlingen doen er alles aan om niet op te vallen. Zij vermijden uitdagingen, zijn onzeker en faalangstig. 

Het halen van de hoge prestaties en tegelijkertijd sociaal geaccepteerd worden past niet bij elkaar volgens deze leerlingen. Ze zijn zoekende naar sociale acceptatie en wisselt in vriendschappen, echter hebben zij moeite om hier een plek in te vinden, ze weten niet goed wat zij zelf eigenlijk willen en streven dan ook geen eigen doelen na. Deze leerlingen passen zich te veel aan en kan hierdoor psychosomatische klachten ontwikkelen. Er ontstaat hierdoor een kans dat deze leerlingen depressief worden en uiteindelijk uitvallen in het onderwijs. Deze leerlingen hebben behoefte aan: eigen keuzes maken, een netwerk van leerlingen die net zo zijn als deze leerling, het gevoel hebben dat zij gehoord worden, ondersteuning en aanmoediging bij ontwikkeling van talenten en zelfbegrip/zelfacceptatie ontwikkelen. 

Uitdagende creatieve leerling

Deze leerlingen zijn creatief en komen met bijzondere oplossingen of invalshoeken. Ze nemen scherp dingen waar en zien uitzonderingen, ook op regels. Ze staan kritisch tegenover beweringen ​en nemen niet zomaar iets waar, ook niet van de leerkracht. Deze leerlingen komen op voor eigen opvattingen en zijn eerlijk en direct. Wat betreft het schoolwerk laten ze wisselende resultaten zien. Zij hebben behoefte aan: erkenning van sterke kanten, contacten met anderen, ondersteuning op gebied van creativiteit, duidelijke afspraken en strategieën leren om met mogelijke psychologische kwetsbaarheid om te gaan. 

Dubbel bijzondere leerling

Deze leerlingen laten naast kenmerken van begaafdheid ook kenmerken van leer-en/of gedragsproblemen zien. Wanneer deze problemen op de voorgrond staan of komen te staan, worden begaafdheidskenmerken vaak niet herkend. Andersom kan dit echter ook dat het leerprobleem niet herkend wordt. Deze leerlingen presteren gemiddeld of minder, verstoren lessen en zijn vaak chaotisch. Zij hebben behoefte aan: accent op sterke kanten, strategieën leren om met bepaalde situaties of belemmeringen om te gaan, ontwikkelen van vaardigheden, leren doorzetten en leren om voor zichzelf op te komen. 

Risicoleerlingen (drop-out leerlingen)

De risicoleerlingen zijn creatief en over het algemeen erg gevoelig. Deze leerlingen lopen risico om als drop-out niet meer deel te kunnen/willen nemen aan het onderwijs. Zij zijn niet gemotiveerd voor schoolse taken en zoeken buiten school interesses om te volgen. Deze leerlingen hebben een negatief zelfbeeld, isoleert of verwaarloost zichzelf, verstoort situaties, voelt zich snel afgewezen. Ook presteren deze leerlingen onder. Ze zijn op school fysiek aanwezig, maar voelt en toont zich niet betrokken, of neemt onregelmatig deel aan het onderwijs. Er is een risico dat deze leerling uiteindelijk het onderwijs verlaat. Deze leerlingen hebben behoeften aan: veiligheid en structuur, een andere omgeving als alternatief, een individueel programma, confrontatie en verantwoordingsplicht, alternatieven en korte termijndoelen. 

page_9.jpg
bottom of page