Uitdaging bieden tijdens rekenen

Rekenen gaat vooral om leerlingen aan het denken zetten. Dat lukt alleen als leerlingen zich betrokken voelen en als alle leerlingen tot leren worden gebracht.  Om alle leerlingen aan het denken te zetten is het mogelijk om een rekenprobleem in te zetten. Een rekenprobleem is een opgave die aan leerlingen worden voorgelegd tijdens de rekenles en die een context bevat die leerlingen uitdaagt om na te denken. Om deze op te kunnen lossen moeten leerlingen verschillende oplossingsstrategieën en rekenvaardigheden inzetten. Laat hierbij alle leerlingen op zijn eigen niveau meedoen met hetzelfde rekenprobleem. Hierbij is het belangrijk dat de sterke rekenaars een plusinstructie krijgen om nieuwe denkvaardigheden te ontwikkelen, want ook zij hebben deze instructie nodig om zich verder te ontwikkelen. Om te kijken of de leerlingen het hebben begrepen, gaat u met deze leerlingen in gesprek over de oplossingsstrategieën die zij hebben gekozen. Hierbij benoemen zij de denkstappen die ze hebben gezet en verbinden hieraan een conclusie. Dat is het leermoment voor leerlingen (Gerrits, & Logtenberg, 2015). 

 

Onderwijsbehoeften van sterke rekenaars:​

Instructie nodig....

• die activerend is.

• die verkort is (doelen, kern en oplossingsmogelijkheden).

• die minstens één keer in de week plaatsvindt waarbij alles kort en krachtig wordt uitgelegd.

Opdrachten nodig....

• die op of net boven het niveau van de leerling ligt, zodat er voldoende uitdaging te bieden is.

• die nieuw zijn, geen herhaling.

• met uitgewerkte voorbeelden.

• die overzichtelijk zijn.

• die aantrekkelijk zijn.

• die een beroep doen op samenwerking, eventueel met andere klassen.

(leer)activiteiten nodig....

• die aansluiten bij de belevingswereld van de leerling.

• die structuur bieden met een stap-voor-stap aanbod.

• die erop gericht dat de leertijd zo goed mogelijk benut worden.

• die de leerlingen uitdagen.

• op een computer/digitaal.

• die ruimte laten voor eigen inbreng.

• die niet steeds hetzelfde zijn.

• die aantrekkelijk zijn.

Feedback nodig....

• die consequent en direct op het gewenste gedrag volgt.

• waarbij de inzet/inspanning positief wordt benadrukt.

• waarbij succeservaringen worden benadrukt.

• die tussentijds wordt gegeven en daarnaast nog feedback ongeveer vijf minuten voor het einde van de les.

Een leerkracht nodig....

• die de overgangen tussen reguliere rekentaken en plustaken structureert.

• die let op taalbeleving en deze vooraf bespreekt.

• die succeservaringen benadrukt.

• die doelgericht en flexibel kan differentiëren.

• die de leerlingen complimenteert op het proces. 

 

Leerstofaanbod

• Zorg voor een afgestemd, uitdagend, gevarieerd en aantrekkelijk leerstofaanbod. 

• Laat eerst het reguliere rekenwerk maken en daarna de verrijkingsstof. Daarbij is het van belang om te compacten bij de rekenles die op die dag is gegeven.

• Daag de leerlingen zo nu en dan nog eens extra uit, bijvoorbeeld door taken te bieden die op een hoger niveau liggen dan de opdrachten die zij nu uitvoeren (Van der Laan, Rook, & Kaskens, 2013). 

​

Ook kan er uitdaging geboden worden door aan het begin van een nieuw blok de toets af te nemen bij deze leerlingen. Naar aanleiding van de resultaten wordt bepaald wat deze leerlingen moeten volgen qua instructie en wat zij moeten maken qua opdrachten. De instructielessen waarbij nieuwe doelen aan bod komen moeten sowieso gevolgd worden. Tijdens de verwerking maken de leerlingen de opdrachten op eigen niveau. Op deze manier wordt tegemoet gekomen aan de behoeften van de leerlingen. 

​